Serc

Het Oude Stadhuis in beeld Bergen op Zoom

De Grote Markt is het oudste deel van de stad. Rond de Grote Markt stonden veel houten huizen met rieten daken. Waarschijnlijk was één ervan het schepenhuis, maar dat weten we niet met zekerheid, omdat bij de grote stadsbrand van 1397 het stadsarchief in vlammen opging.

In 1403 is er echter sprake van een “Stathuus”, waar het stadsbestuur zetelt en waar de “Vierschaar” recht spreekt. Rechts naast het Schepenhuis bevindt zich “Leeuwenborch”, waar eerst de Lombarden (Italiaanse bankiers) gevestigd waren en later Engelse kooplieden.

In 1444  breekt er weer een grote brand uit, waarbij  het Schepenhuis en “Leeuwenborch” gedeeltelijk in vlammen opgaan. Beide huizen worden echter herbouwd. De stad wordt steeds welvarender en als gevolg daarvan wordt het Schepenhuis te klein. In 1498 wordt “Leeuwenborch” bij het Schepenhuis getrokken.

In 1544 komt het huis “de Olifant”, dat zich gedeeltelijk boven de poort over de St.Annastraat bevindt, in stadsbezit en wordt bij de twee andere panden gevoegd. In 1611 wordt besloten tot de bouw van één voorgevel. De kapconstructie van het Schepenhuis wordt aangepast aan die van “Leeuwenborch”.

De spreuk “Mille Periculis Supersum” – duizend gevaren kom ik te boven – verwijst naar alle belegeringen en vijandigheden, die de stad tot dan toe heeft moeten doorstaan. Het is niet verwonderlijk dat de verbouwing in 1611 plaatsvindt. Er is dan een periode van rust tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609 – 1621) in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Gezien van de markt  vormen de drie afzonderlijke gebouwen sindsdien één eenheid.