Serc

Geschiedenis van Halsteren

Dorpsstraat in Halsteren

De geschiedenis van Halsteren

In den beginne...

Halsteren heeft zijn ontstaan waarschijnlijk te danken aan de ontginning van turfvelden. Reeds in de 13e eeuw wordt Halsteren vermeld als een haventje aan de Schelde. Ook was er toen al een eenvoudig kerkje. Dat werd echter afgebroken omdat het te klein was en in 1457 verrees er een nieuwe kerk. Toen werd ook de oude toren verhoogd, om de hoogte van kerk en toren meer met elkaar in overeenstemming te brengen.

Erasmus
De beroemde Rotterdamse geleerde en humanist Desiderius Erasmus (1469-1536) verbleef in 1494 in Halsteren en schreef er zijn eerste boek, ‘Antibarbari’.

Lage landen en schansen
“Halsteren zelf ligt hoog en droog op de zandgronden. Ten oosten ligt echter het Halsterse Laag, drassige grond. De lage landen, zoals het genoemd werd, waren zeer moeilijk, soms geheel niet doorgaanbaar, zelfs niet in de zomer. Vandaar dat dit moeras onderdeel uitmaakte van de verdedigingswerken, vooral toen men via sluizen in staat was het gebied te allen tijde geheel onder water te zetten. ‘Het Land om Halsteren is voor de Strooperijen en Brandschattingen des Vijands beveiligd’, zo laat de 18e eeuwse beschrijving weten, en wel door de stad Steenbergen, het Verdronken Land en de Liniën, met name de schansen Pinsen en De Roovere. In 1628 was met de aanleg van deze twee schansen begonnen. Men kan ze nu nog in het landschap herkennen, hoewel zij hun oorspronkelijke vorm grotendeels hebben verloren” .

Bedrijvigheid
In de 19e eeuw werd er veel op paling gevist in het Langewater. Naast de landbouw was er sprake van twee bierbrouwerijen en twee korenmolens.

Dorpje Polder of Polre
In de Auvergnepolder lag ooit het dorpje Polder of Polre. Het omvatte naast de kerk nog 47 huizen. Het was ooit in bezit van Zeeuwse adel en een concurrent van Tholen. In 1570 is het door een stormvloed verdwenen. De restanten van het dorp liggen onder een kleilaag van vermoedelijk een meter dik.

Stoomtrams
Halsteren had een station, een tramwegknooppunt, aan de stoomtramlijn Bergen op Zoom - Steenbergen - Roosendaal van 1899-1934 en aan de stoomtramlijn Bergen op Zoom - Tholens Veer van 1882-1934. Het stationsgebouw bestaat nog steeds en is thans in gebruik als cafetaria Vogelenzang. Begin 20e eeuw werd het station in de spoorboekjes ook Vogelgezang genoemd.

Brug naar Tholen
De brug die Halsteren met het Zeeuwse Tholen verbindt, is gebouwd in de jaren zeventig. Hans Rooseboom legt in (895) uit hoe deze tot stand is gekomen: “Een mooi verhaal is het ontstaan van de brug. De Thoolse brug is er een in een familie van zes, en die zijn allemaal door de Belgen betaald. Kijk maar eens vanaf de Thoolse brug naar het noorden. Dan zie je met een beetje moeite nóg zo’n stevige witte brug, ook al tussen Brabant (Nieuw-Vossemeer) en Tholen (Oud-Vossemeer), en daarachter rijst een derde loot van de familie op uit het wijde land, deze keer tussen Brabant en Sint Philipsland. Allemaal op korte afstand. Eén brug was hier zat geweest.
Waar komt die bruggenovervloed vandaan? Dat zit als volgt – en het werpt een bedenkelijk licht op de Nederlandse mentaliteit. In de jaren zeventig stemde Nederland eindelijk toe in de Schelde-Rijnverbinding die de Belgen (Antwerpen) al jaren begeerden. Nederland ging akkoord met het Schelde-Rijnkanaal, maar niet zonder slag of stoot. Nederland dwong de Belgen zes nieuwe bruggen af, ter vervanging van de oude, na verbreding van het vaarwater onbruikbaar geworden bruggen. Tandenknarsend moesten de Vlamingen daarop ingaan. Bij Bath liggen zelfs drie bruggen, waarvan één van niets naar nergens. Het is niet voor niets dat de Belgen de pest hebben aan de Hollanders.”